Schokschade (shockschade) is een relatief jong leerstuk dat gaat over de schade van een persoon die is geconfronteerd met de ernstige gevolgen van een misdaad of een ongeval, zonder dat deze daar direct zelf slachtoffer van was. Het secundaire slachtoffer dus.
Ontstaan vergoeding schokschade
Sinds circa 21 jaar (na de zeer tragische zaak over het taxibus arrest in 2002) komen secundaire slachtoffers, onder strenge voorwaarden, in aanmerking voor schokschade. Op grond van artikel 6:108 BW is er dan recht op een schadevergoeding. Dit artikel somt al sinds jaar en dag de schadeposten op die een nabestaande kan claimen. Dat ging om materiële schade, zoals gederfde inkomsten of begrafeniskosten in verband met overlijden. De immateriële of psychische schade die het gevolg is van een overlijden, kwam echter niet voor vergoeding in aanmerking. Ook niet als het overlijden was veroorzaakt door een misdrijf of een ongeval en niet als de persoon die de psychische schade oploopt deze schade opliep wegens de confrontatie met een schokkende gebeurtenis zoals een misdrijf of ongeval. Deze persoon is dus in feite een slachtoffer met psychische schade vanwege het zien van het slachtofferschap van een ander. Het feit dat er voor secundaire slachtoffers geen recht was op enige vergoeding wrong. Het ging vaak om flinke psychische klachten en aansprekende overlijdensschade. De wens vanuit de juridische wereld was om de harde regels van 6:108 BW te omzeilen voor dit type ‘secundaire’ slachtoffer. Dat is gebeurd.
Opnieuw een belangrijke uitspraak voor slachtoffers en nabestaanden
Zaak ‘Sharleyne (baanbrekende uitspraak)’.
In de vorige uitspraak waar ik het over heb gehad, ging het over de vader van Sharleyne. Sharleyne is door toedoen van haar moeder overleden na een val van grote hoogte uit een flatgebouw. De vader van Sharleyne is niet alleen geconfronteerd geweest met foto’s van haar lichaam vlak na de val, maar ook met haar lichaam in het mortuarium. Hij heeft de verklaringen over haar val en haar letsel moeten lezen. Hij heeft haar echter niet gezien op de plaats van de val en heeft haar ook niet zien vallen. De Hoge Raad kreeg de gelegenheid om zich in dit kader over het confrontatie-vereiste uit te laten. Voorheen moest een secundair slachtoffer het strafbare feit echt hebben gezien (in plaats van een confrontatie naderhand). De Hoge Raad heeft geoordeeld dat ook degene die met de gevolgen geconfronteerd wordt (en die een hevige emotionele schok teweeg brengen), slachtoffer kan zijn en dat tegen hem onrechtmatig wordt gehandeld.
Zaak ‘kennis is getuige van doodslag (steken met koksmes in de borst)’
Inmiddels is er weer een belangrijke uitspraak over schokschade voor slachtoffers en nabestaanden die gaat over doodslag (art. 287 Sr) door de ander met een koksmes in de borst te steken (ECLI:NL:HR:2023:485). De benadeelde partij (kennis van slachtoffer en ooggetuige van dodelijk steekincident) heeft een vordering op grond van schokschade/shockschade ingediend. Is voor toewijzing schokschade een “bijzondere affectieve relatie” tussen de benadeelde partij en het primaire slachtoffer (degene die doodgestoken is) vereist? Het ging immers om een kennis en niet om een familielid of iemand die een bijzondere affectieve relatie had met het primaire slachtoffer.
Nieuwe uitspraak schokschade
De Hoge Raad herhaalt in deze nieuwe uitspraak de relevante overwegingen uit HR:2022:958 (uitspraak in vorige blog van Sharleyne) over de vergoedbaarheid van schokschade. Schokschade werd niet snel toegekend als er geen nauwe relatie is tussen het primaire en secundaire slachtoffer. Toewijsbaarheid van schokschade moet immers worden beoordeeld aan hand van de volgende punten:
– De aard, toedracht en de gevolgen van de daad (bijv. gruwelijke daad);
– De wijze waarop het slachtoffer wordt geconfronteerd met de daad en de gevolgen daarvan (wat is er gezien etc.);
– De aard en hechtheid van de relatie tussen de slachtoffers.
De Hoge Raad heeft nu geoordeeld dat ook iemand die niet in een “bijzondere affectieve relatie” tot het primaire slachtoffer staat, aanspraak maakt op vergoeding van schokschade. De norm die wordt overtreden beschermt dus niet alleen het primaire slachtoffer, maar ook omstanders. Ook dit secundaire slachtoffer is dan aangemerkt als slachtoffer. Het is dus niet op voorhand doorslaggevend of sprake is van een “bijzondere affectieve relatie”.
Mocht je hier vragen of over hebben, neem dan gerust contact met mij op!